Tuesday, 10 April 2012

Poem by the Dutch writer
Gerrit Komrij


De schoolverlater

Een rijstebrijberg ben ik doorgegaan
Van schoolse weetjes en verplichte stof,
Waar drang naar vrijheid niet was toegestaan
Waar alles op mij viel en niets mij trof –

Tot ik belandde in een open veld,
Ver van de regels en de kouwe drukte,
Waar mij een pauw van wijsheid heeft verteld
En ik de kennis van de bomen plukte.

Ik had voor nutteloosheid alle tijd
En trof daar goud aan als ik kiezels zocht.
Die wereld heette universiteit -

Een wereld die nu, hoor je wel beweren,
Aan wolf en snelheidsduivel wordt verkocht -
Alsof je bankpapier op brood kunt smeren.


The school-leaver

A mountain of rice pud I waded through,
Set reading and a host of bookish facts,
Where every urge for freedom was taboo
Where nothing stuck though all fell on my back.

Until I landed in an open field,
Far from that rule-bound, cold, oppressive place;
Wisdom a peacock to me there revealed
And knowledge from the trees I picked apace.

For uselessness my time was all my own
And I struck gold when all I sought was shale.
As university that world was known –

A world that one can hear folk claim instead
To wolves and speed hogs now is up for sale –
As if you could spread banknotes on your bread.

No comments:

Post a Comment