Time for a Komrij

FIETSTOCHT

Het verre postkantoor was de magneet.

Niet om de luchtpostzegels of de taal

Van overzeese stempels - nee, het deed

Op tweehoog ’s middags dienst als jeugdleeszaal.

Tweemaal, op dinsdag en op donderdag,

Verdween ik in het ruime trapportaal

En kwam weer buiten met een brede lach.

Ik had mijn voorraad boeken andermaal.

Met in mijn hoofd een eerste regel die

Ik vluchtig had gezien bij een verhaal

Werd, fietsend, al naar het vervolg gegist.

Toch geselde ik vervaarlijk het pedaal

Om sneller thuis te zijn, omdat ik wist:

Het boek is beter dan de fantasie.

BIKE RIDE

The distant post office was my pole star.

Not for its airmail stamps or for the print

On foreign postmarks – no, much more by far

As upstairs library it did full stint.

On Tuesday and on Thursday afternoon,

I’d disappear across that spacious floor

And,wreathed in smiles, I’d re-emerge quite soon,

Equipped with my supply of books once more.

My head now whirling  with a new sensation

At some first line that I had swiftly glanced,

I guessed, while biking, what would then ensue.

The pedals, though, were pounded till they danced

To get home all the faster, since I knew:

A book is better than imagination.