Thursday, 22 March 2018

F. Starik: 'Zweef'

Zweef

Als kind kon ik ’s nachts het raam uit vliegen
ik spreidde mijn armen en dreef door de nacht
als een meeuw op de wind, het was niet moeilijk en niet zwaar
ik spreidde simpelweg mijn armen en zweven maar.

Freud zegt hierover: een gesublimeerd verlangen naar macht
ach, wist ik veel, ik was een kind, ik was veertien jaar.

Nu hoor ik vaak een bel gaan in mijn hoofd
soms de zoemer van de buitendeur, soms
het schorre belletje van boven
sinds ik geen wekker meer bezit
rinkel ik mezelf wakker in de nacht
of zegt iemand keihard hallo in mijn oor
het klinkt zeer levensecht maar
nooit staat er iemand naast mijn bed.

Ik ben het zelf die de bel produceert
die de wekker wekt
zichzelf telefoneert
ik ben het zelf die hallo zegt

vliegen doe ik allang niet meer.


Hover

As a child I could at night fly out the window
I spread my arms out and drifted through the night
like a seagull on the wind, it wasn’t hard or difficult
I simply spread my arms out and just hovered.

Freud says about this: a sublimated desire for power
well, come on, I was only a child, I was fourteen years old.

Now I often hear a bell go off in my head
sometimes the front-door buzzer, sometimes
the rasping little bell from upstairs
since I no longer possess an alarm clock
I jingle myself awake at night
or someone bawls hello in my ear
it sounds extremely true to life but
there’s never anyone standing by my bed.

I am the one who produces the bell
who wakes the alarm clock
who telephones himself
I am the one who says hello

I stopped flying a long time ago.



No comments:

Post a Comment