Wednesday, 27 December 2023

Anneke Brassinga: ‘Ik heb het Rood van 't Joodse Bruidje lief’


 

‘Ik heb het Rood van 't Joodse Bruidje lief’

 

...het broderietje kruip ik over, ’t kuise

blozende vergood ik, schroomvol ruisende

de rode gewaden als bijna-dode wingerdbladen

om haar heen, een ruif is zij mijn haverkist,

mijn stoof van suikering, de kozende struise,

een struikje broos, ik heb mijn hand op dit

broodje gelegd – de ruiker van haar konen

rozen, zij is het blote fruit aan mij geopend,

ruigte van het toegedane, schoon ontluiken

in hoofs genegenzijn, o vroom beschuitje,

boterschaapje, vlam van dromerig verpozen en

de roze handen, roomsoezige blankte schuilend

onder inkarnate korenschoof van 't grootse

bruidje, en ik gouden man heb lief dit alleen

aan de dood te verliezene, glorende duifje.

 

‘I love the Red of The Jewish Bride’

 

... I finger over the embroidery work, the chaste

blushing I adore, timidly rustling

the red garments like near-dead vine leaves

round her, a manger is she my oat bin,

my brazier of sugaring, the sweet-talking stalwart,

a shrub of fragility, I have laid my hand on

this bun – the nosegay, roses of her flushed

cheeks, she is the naked fruit bared to me,

brushwood of the devoted, wonderful unfolding

in courtly inclination, oh pious ruskie,

butter patter, flame of dreamy repose and

rosy hands, cream-dozy whiteness hiding

under incarnate corn-sheaf of the peerless

bride, and I golden man love solely this

one day forfeited to death, this shimmering dove.



No comments:

Post a Comment