Tuesday, 20 February 2024

Philippe Cailliau: 'Als levens van geen tel'

 ALS LEVENS VAN GEEN TEL

 

Nooit meer verbijsterd is de man

die maskers liefheeft om de lege ogen,

om de open mond, het zwijgen en

de gaten die geen gaten zijn.

Nooit meer is hij

 

De man die bij de bron

probeert te blijven, wiens handen

zonder water zijn, die tevergeefs

een ademende moeder zoekt,

een vrouw om te omhelzen.

Nooit altijd zoekt.

 

Lijfeigen wordt zijn stilte. Gebarsten

zal zijn warmte zijn. Explosies klinken

zoals zijn geheugen een explosie

onder water klinken doet. Dan

is hij dwarrelende vis.

 

Nooit zal hij vastlopen

in de stroomversnelling

van zijn eigen wonderjaren.

 

 

IF LIVES ARE OF NO ACCOUNT

 

No longer baffled is the man

who’s fond of masks for their empty eyes

and open mouth, who chooses silence and

the holes that are no holes at all.

No longer is he

 

The man that tries to remain

close by the well, whose hands

are without water, who in vain

seeks a breathing mother,

a woman to embrace.

Never looks for always.

 

His silence will become his serf. His

warmth may have burst. Explosions sound

like his memory makes an underwater

explosion resound. Then he is

but a swirling fish. 

 

Never will he get stuck

in the rapids of

his own miraculous years.

 

 

Translated in collaboration with Albert Hagenaars

Poetic Synapses 9

 

No comments:

Post a Comment