Sunday, 24 October 2021

Willem Jan Otten: 'Tot de bellenblazer'



TOT DE BELLENBLAZER

 

Zesenveertig jaar geleden, bellenblazer, 

greep het plaats, in de Rivierenbuurt

van Amsterdam, even ten westen van

mijn geheugen: mijn ene geboorte.

 

Er werd terstond van mij gehouden,

zoals er wordt gehouden van de zeer,

zeer zeldzamen die voor je ogen

ontstaan en dan kleddernaakt zijn.

 

Ik was van meet af aan van groter waarde

dan ik in mijn eigen ogen worden zou.

 

Mijn geduldigste gedicht, mijn bondigste zin,

mijn strakste worp in de handschoen van een zoon,

hebben niet vergolden dat ik toen,

die ene keer dat ik geboren werd,

 

voor de aanwezigen minstens alles was,

 

de bel die paarlemoer komt aangedreven

door de tuin en niet de adem kent

die blies, niet terug de wind in kan. 

 

 

 

TO THE BUBBLE-BLOWER

 

Forty-six years ago, bubble-blower, the great

event took place, in the Rivierenbuurt

neighbourhood of Amsterdam, just to the west of

my memory - my one and only birth.

 

From the start love was showered upon me,

as love is showered on those who are most,

most rare and who emerge before your

very eyes, drenched to their naked skin.

 

I was deemed from the outset to be worth more

than I would ever become in my own eyes.

 

My most patient poem, my pithiest sentence,

my swiftest pitch into a son’s glove,

have not offset the fact that I then,

on the sole occasion of my birth,

 

was for those present the world and more besides.

 

the bubble that mother-of-pearl comes drifting

through the garden and does not know the breath

that blew, cannot turn into the wind.




No comments:

Post a Comment