Thursday, 8 December 2022

M. Nijhoff: 'Mozart'


 

mozart

 

Het vroege zonlicht trilt in de cypressen, 

Drijft als een blonde schaduw over ’t gras 

En stroomt, huiv’rend in ’t hoge vensterglas, 

In ’t blank boudoir der grijzende comtesse. 

 

Dezelfde dag moest steeds opnieuw gebeuren, 

– Hoor de gekooide vogel boven haar – 

Weer buigt haar witgepoederd kapsel naar 

’t Borduurwerk van verguld en bonte kleuren. 

 

Op ’t zelfde uur wordt iemand ingelaten 

Die zwijgend buigt en voor ’t klavier zich zet, 

En uit het oude hart van ’t zwak spinet 

Waait de verwelkte geur van een sonate. 

 

Zij volgt zijn handen langs de gele toetsen, 

- De thema’s keren telkens weer terug - 

En ziet door ’t zijraam de oprijlaan, de brug, 

De wandelaars, de miniature koetsen.

 

 

mozart

 

The early sunlight quivers in each cypress,

Drifts like a long blond shadow through the grass

And, shivering, streams through high panes of glass,

Brightening the boudoir of the greying countess.

 

Each day’s the same as that which has just yielded,

– Hear the bird trill above her though confined –

Once more her styled, white-powdered head’s inclined

Over bright-tinted needlework, fine-gilded. 

 

At always the same hour someone’s admitted

Who bows in silence and sits down to play,

And from the faint spinet’s old heart each day

A tired sonata's faded scent’s emitted.

 

Over the yellow keys she sees hands stalking,

– The themes expire yet constantly revive –

And through a window views the bridge, the drive,

The tiny coaches, those who are out walking. 

 

No comments:

Post a Comment