Monday, 22 May 2023

Ida Gerhardt: 'Het vers van Gorter'

 


Het vers van Gorter

 

Het vers van Gorter heeft de geur van graan

dat bloeit en stuift: die reuk van hemels zoet

met erdoorheen het aardse evengoed:

dat zegt de tarwe en het brood al aan.

 

En koren geurt weer uit het brood vandaan.

Hij schreef vanuit die kringloop overvloed

– het waait ons uit de woorden tegemoet –

het vers dat in het zonlicht kan bestaan,

 

de volle dag trotseert. Het voedt als brood

en bloeit als koren, stuifmeelovertrild.

Het vers van Gorter: franke gulheid noodt

 

dat wie hier nadert toch de honger stilt

die hij verborg of nummer uit kon spreken.

Brood met de geur van graan. Gij moogt het breken.

 

 

The verse of Gorter

 

The verse of Gorter has the scent of grain

in dusty bloom: that heavenly sweet smell

with even so some earthiness as well:

it has of wheat and bread an inborn strain.

 

In turn, the bread exudes the grain’s sweet scent.

He from that cyclic bounty did compose –

which from the words themselves towards us flows –

the verse that sunlight tolerates unspent

 

defying noonday heat. It feeds like bread

and blooms like corn, trembling with pollen dust.

The verse of Gorter: sheer abundance must

 

make one approach and seek to ease each shred

of hidden hunger or unuttered ache.

Bread with the scent of grain. Which you may break.



No comments:

Post a Comment