Monday, 22 May 2023

J.H. Leopold (1865-1925) 'Om mijn oud woonhuis poppels staan'


 

Om mijn oud woonhuis peppels staan

 

Om mijn oud woonhuis peppels staan 

‘mijn lief, mijn lief, o waar gebleven’ 

een smalle laan 

van natte blaren, het vallen komt. 

 

Het regent, regent eender te hooren 

‘mijn lief, mijn lief, o waar gebleven’ 

en altijd door en 

de treuren uit, de wind verstomt. 

 

Het huis is hol en vol duisternis 

‘mijn lief, mijn lief, o waar gebleven’ 

gefluister is 

boven op zolder, het dakgebint. 

 

Er woont er een voorovergebogen 

‘mijn lief, mijn lief, o waar gebleven’ 

met lege ogen 

en die zijn vrede en rust niet vindt.

 

 

Round my old house tall poplars crane

 

Round my old house tall poplars crane

‘my love, my love – where are you now’

a narrow lane

of wet leaves, and the fall to come.

 

And on and on the dull refrain

‘my love, my love - where are you now’

of rain on rain

past grieving, and the wind is dumb.

 

The house is hollow, dark and bleak

‘my love, my love – where are you now’

with whispered creaks

of attic beams that will not cease.

 

Inside sits someone hunched and lined

‘my love, my love – where are you now’

whose eyes are blind

whose mind finds neither rest nor peace.

 

 

No comments:

Post a Comment