Saturday, 13 January 2024

C.O. Jellema: 'II Three Odes' - Fertöd

 


FERTÖD

 

Hoe het klonk hier denk je; wat klinkt is denkwerk.

  Zomerzaal waar Haydns kwartetten eens de

    Tijd herschiepen tot een omlijsting voor de

      Sierlijke spiegels.

 

Anders niet is ruimte te denken: open

  Tijd; muziek als vacuüm voor ervaring,

    Niemands oor. - Hoe anders de woorden, die zijn

      Nooit zonder monden

 

Oorbaar. Fuik en vangst tegelijk zijn namen,

  Nuttig, eetbaar. Maar om de mazen schrijf ik.

    Anders dan het park ook: in spiegels wordt het

      Roerloos en blijvend,

 

Vleugeldeuren open naar buiten, niemand

  Die weerkaatste paden bewandelt, die daar

    Weet van herfst heeft. Dauw maakt het web eerst zichtbaar,

      Lucht, blauw, de takken.

 

 

FERTÖD

 

How it sounded here you think; what sounds is thinking.

  A summer hall where Haydn’s quartets once

    Reshaped time into a frame for the

      Elegant mirrors.

 

Space cannot be thought of otherwise: open

  Time; music as a vacuum for experience,

    Nobody’s ear. – How otherwise words are, without

      Mouths they never are

 

Earable. Fish trap and catch at the same time are names,

  Useful, edible. But I am writing about the meshes.

    Different from the park too: in mirrors it grows

      Motionless and lasting,

 

Folding doors open to outside, no one

  who walks along the reflected paths, who there

    is aware of autumn. Dew first makes the web visible,

      Sky, blue, the branches.

 

No comments:

Post a Comment