TEMPUS OMNIA REVELAT
Hoe een man kijkt hoeft niet op te vallen.
Hij staat uit het licht of lost op in de meute de straat
kan evengoed opvallen.
Daar gaat het ook niet om. Wij zijn klaar
voor de eeuwigheid, dat is de ziel
die hij vangt op een mooi doek, goed in de lijst
al schijnt zijn reputatie onbetrouwbaar vee te zijn.
Hij werkt naar het echt, zegt
dat in de blik de fijne details, dat wat je niet kan zien haast
het licht de hand van God zich roert.
Dat kennen wij. Weeffouten, klein kleurverschil.
Nooit een kerk of raad die een probleem had
met een natuurlijk gebrek.
Zo werken wij naar dezelfde wet.
Een milde glimlach, zekere gelaatstrekken
moeten onze opvolgers schragen, licht zijn
boven de zware tafel waaraan zij gemakkelijk ziek worden
en getallen verwisselen voor jicht en jenever.
Weet van waardigheid is onze redding.
Onze plicht een waarschuwing en een les te blijven.
Zeg het de schilder!
TEMPUS OMNIA REVELAT
How a man looks need not draw attention.
He stands out of the light or dissolves in the crowd the street
can equally well draw attention.
That’s not the issue here. We are ready
for eternity, that is the soul
he captures on a fine canvas, well-framed
although his reputation seems like shifty cattle.
He works from the true, says
that there stirs in the gaze the fine details, that which
you cannot see, almost the light the hand of God.
That much we know. Faults in the weave, small shifts of colour.
Never a church or board that had a problem
with a natural defect.
So do we work to that same law.
A gentle smile, firm features
must shore up our successors, be a light
above the heavy table where they easily fall ill
and exchange figures for gout and Holland gin.
Knowledge of worth is our salvation.
Our duty to remain a warning and a lesson.
Tell that to the painter!
No comments:
Post a Comment