Sunday, 20 July 2025

Paul Rigolle: 'Brief aan Baudelaire'


 

Brief aan Baudelaire

 

Ha Baudelaire, kan ik jou, kan ik jou nog schrijven

anderhalve eeuw, een land en een landschap later

nu het duister opnieuw deemstert doorheen

 

de dagen en verderop in het Oosten een man

halsstarrig bommen gooit op uitgestorven steden.

Wie of wat zou je zijn indien je terug kon keren?

 

Een rapper, een rekkenvuller die vol gramschap

de dingen schikt of ergens tussenin een dichter

die zich inzet voor het klimaat? Ik kan er enkel maar

 

naar talen, Baudelaire, net zo verstrikt als ik ben

in de halsstrik van de taal. En graag, wat graag

herdenk ik in jou, in mij, anno nu, de dag dat

 

Menno duizend dromen stierf, de dag

dat Pernath van rechts naar links het boek

van de waarheid droeg, het uitgebreid hebbend

 

over de onmacht een mens te zijn.

 

 

Letter to Baudelaire

 

Hi, Baudelaire, can I, can I still write to you

a century and a half, a country and a landscape later

now that darkness once more descends

 

devouring our days and further east a man is

stubbornly dropping bombs on deserted cities

Who or what would you be if you could return?

 

A rapper, a shelf-stocker who full of resentment

arranges things or a poet that in between

stands up for the climate? But all I can do is

 

yearn for words, Baudelaire, ensnared as I am

in the noose of language. And gladly, so gladly

I recall in you, in me, in this present year, the day that

 

Menno died a thousand dreams, the day

that Pernath, from right to left, bore

the book of truth, dealing at length with

 

the powerlessness of being a human.

 

No comments:

Post a Comment