Wednesday, 6 August 2025

Willem Kloos: 'De boomen dorren in het laat seizoen'


 

De boomen dorren in het laat seizoen

 

De boomen dorren in het laat seizoen,

En wachten roerloos den nabijen winter.

Wat is dat alles stil, doodstil.... ik vind er

Mijn eigen leven in, dat heen gaat spoên.

 

Ach, 'k had zoo graag heel, héél veel willen doen,

Wat Verzen en wat Liefde, - want wie mint er

Te sterven zonder dees? Maar wie ook wint er

Ter wereld iets door klagen of door woên?

 

Ik ga dan stil, tevreden en gedwee,

En neem geen ding uit al dat Leven meê

Dan dees gedachte, gonzende in mij om:

 

Men moet niet van het lieve Dood-zijn ijzen:

De doode bloemen keeren niet weêrom,

Maar Ik zal heerlijk in mijn Vers herrijzen.

 

 

The trees are wilting at the season’s end,

 

The trees are wilting at the season’s end,

Awaiting motionless the approaching winter

How still it all is, deathly still... The stint of

My own brief life’s contained there, almost spent.

 

Ah, much, so much I dearly would have done,

Some Verses and some Love, – for who is eager

Without them to face death? But who by meagre

Rage or complaint has something ever won?

 

Contented, still and meek I now will be,

And nothing from that Life I take with me

Than this thought that is pounding in my brain:

 

One need not shudder at one’s own fond Death:

The dead flowers will not ever come again,

But I will in my Verse once more draw breath.

 

 

No comments:

Post a Comment