Wednesday, 19 November 2025

Anton van Duinkerken: 'Ledige Dagen'

 


LEDIGE DAGEN

 

Nu gaan de dagen mij voorbij

Als reizigers, die ik niet ken,

Zij spoeden zich en groeten mij,

Omdat ik hier toevallig ben

Op hunnen weg. Zij trekken voort,

De vreemdelingen, en geen woord

Blijft hangen na hun henen-gaan.

 

Zij hebben goed noch kwaad gedaan,

Maar telkens als een dag begon

Te reizen, stond de horizon

Van vreugd te zwaaien met zijn goud.

De tocht ging verder. Het werd koud

En om de roode huizen hing

Een schaduw en een huivering.

Dan zei een man: de dag is dood.

 

Een bleeke lucht met avondrood

Was alles wat er overbleef.

De dagen sterven, en ik leef,

Omdat ik hier toevallig ben

Bij reizigers, die ik niet ken.

 

 

EMPTY DAYS

 

The days now past me swiftly fleet

Like travellers I do not know

They all make haste and me they greet,

Because by chance I’m here below

On this their path. They leave again,

The strangers, and no words remain

Still hanging there now they are gone.

 

No good or evil have they done,

But each time that a day began

Its course, would the horizon stand

And wave from sheer joy with its gold.

Their voyage continued. It grew cold

And round red houses hung a ring

Of shadow and a shuddering.

The moon then said: the day is dead.

 

A pale sky with its evening red

Was all that scarcely could survive.

The days all die, and I’m alive,

Because by chance I’m here below

With travellers I do not know.

 

No comments:

Post a Comment