Sunday, 29 April 2018

Dèr Mouw - ever tried to find a rhyme for 'apotheosis'?

Omhoog zien naar de zon de waterrozen,
kinderlijk, alsof ’t Rafaels englen waren;
grauw slib en wijde scheemringen bewaren,
die hier de dood stilde tot smartelozen.

Opzuigt de bliksemstorm het meer tot hozen:
dan staan in blauw doorschijnende pilaren
de doden: hun zwarte ogengaten staren
boven hun grijns om macabre apotheozen.

Naar Brahmans zonlicht bloeien mijn gedachten;
scheemringen, koel, van zielegronden brachten
rust aan mijn smart om wensen, lang gebroken:

vlaag van herinn’ring woelt uit grauw vergeten
’t verleden op bij flits van plotsling weten –
’t herrijst, ’t herrijst; mijn dode wensen spoken.


Sunward the water-lilies turn their eyes,
childlike, like angels done by Raphael;
in grey sludge and wide dusks retained, there dwell
those for whom death did painlessness devise.

And should a lightning storm’s induced osmosis
suck up the lake, the dead will all stand there
in clear blue columns: empty orbits stare
above their grin at grim apotheosis.

To Brahman’s sunlight my thoughts strive to flower;
dusks that rose coolly from the soul’s deep bower
made pain at broken wishes cease to taunt me:

from limbo’s grey a gust of memory
whirls up the past when in a flash I see –
they resurrect; dead wishes come to haunt me.



No comments: