Kodály, Sonate in b mineur voor cello solo, op. 8
Say the word "and" before each phrase (...). János Starker
Er is een naam die je niet geeft, een toon
die ongehoord, een stem die beter ont-
stemd kan zingen, wat je zingen noemt
(een vis slaat in de diepte met zijn staart,
die kanteling, bijna alsof je leeft),
dat knarsen, hars die aan je vingers kleeft,
het korte uitstel op de snaar de vaart
die je ontsnapt, je adem tussenin,
het reiken met de schouder om het grote
bolle lichaam te omhelzen dat
snuift, gromt, gaat leven uit een rib een stok
die over het hart gevoerd moet dat het klopt
(er is een ladder alle kanten op waarlangs het
stuitert, rammelt, dans
beer, jank zo hoog je, spring je vrij – )
Zeg ‘en’ voor elke nieuwe zin en alle
dove tonen komen samen bij
de opening waaruit ik op mag staan,
ik lig dood in mijn graf en iemand speelt
de tijd te voorschijn en hij laat me gaan.
Kodály, Sonata in B minor for cello solo, op. 8
Say the word "and" before each phrase (...). János Starker
There is a name you do not give, a tone
which though not heard, a voice which mis-
tuned can sing better, what you would call singing
(down at the deep end, a fish flicks its tail,
that toppling, almost as if you’re alive),
that grating, resin clinging to your fingers,
the brief delaying on the string the speed
you can’t hold on to, your breath in between,
the stretching of the shoulder so as to
embrace the bulging body that
snorts, growls, life starting from a rib a stick
that must work on the heart until it beats
(there is a scale wherever along which
it bounces, rattles, dance
bear, squeal as high as you, jump loose – )
Say ‘and’ before each new phrase starts and all
the mute tones will assemble at
the opening from which I may rise up,
I lie dead in my grave and someone plays
time into being and it lets me go.
No comments:
Post a Comment