ZONDER VORM VAN PROCES
III
In de herfst en in de natte winters
zijn er dagen dat er niets gebeurt
binnenshuis. Niets dan het breken van het verleden,
als het breken van een verleden dag in glas,
als het smelten van vijverstukken ijs,
zodat het eraan moet, het verleden, het moet eraan.
Maar het verleden en het vandaag geven niet op,
zij draaien in een paardenmolen, geven elkaar de hand
en worden weer weken en maanden en eindelijk getijden.
Er zijn dagen
dat de uurwerken van alle torens van het land
een half uur achter staan
en niet één van de wintermensen heeft het gemerkt,
en de verlorene, door niemand opgespaarde halve uren
rijden door dorp en stad, ongezien, achter de trams en
de boerenpaarden en kleven samen tot een nieuwe dag,
zoals sneeuw een ijsman vormt,
tot een ijsdag voor de eenzamen,
voor wie alle avonden heilig zijn
als deze.
WITHOUT FORM OF PROCESS
III
In the autumn and the wet winters
there are days when nothing happens
indoors. Only the breaking of the past,
like the breaking of a past day in glass,
like the melting of pieces of pond-ice,
so that it’s in for it, the past, it’s in for it.
But the past and the present do not give up,
they turn in a merry-go-round, take each other’s hand
and once more become weeks and months and finally seasons.
There are days
when all the clocks of all the towers in the country
are half an hour slow
and not one of the winter people has noticed it,
and the lost half hours, saved up by no one,
ride through town and village, unseen, behind the trams and
the carthorses and join together into a new day,
like snow forms an ice-man
into an ice-day for the lonely,
for whom all evenings are holy
like this one.
No comments:
Post a Comment