Monday 11 June 2018

'Door winteravondmist' - translation of Dèr Mouw's poem

Door winteravondmist zijn blauw beslagen
de ruiten van de tram: spektrale kringen
vervloeien, of vervolgen en doordringen
elkaar naar stand van lantarens en wagen:

soms is ’t, of reusacht’ge juwelen ringen
vlak achter ’t glas in etalages lagen:
dan lossen ze op tot halo’s, die vervagen
doorzichtig, wijd, in kleur’ge scheringen.

En vlinders, vogels, bloemen, sprookjesachtig,
repen changeant van zij, exotisch prachtig,
ze schuiven langs me, eindloze stalenkaart –

plotsling, op ’t plein – lugubre, roodpaarse ogen,
dreigend uit vreemdgesloten regenbogen,
staan als een ontzaglijke pauwestaart.


The winter evening mist has made the panes
steam up inside the tram: and wraithlike space-rings
converge, or form sequential interlacings
according to the lamps’ and tram’s domains:

it seems at times bejewelled huge rings lay
close up behind shop windows’ passing flurry:
they then dissolve to haloes which grow blurry,
transparent, wide, in prism-cut display.

And butterflies, birds, flowers, quite fairytale,
shot bars of silk, exotic and full-scale,
an endless pattern card, scroll slowly past –

suddenly, on the square – mauve, baleful eyes,
threat’ning in strangely shuttered rainbow guise,
stand like some peacock’s tail, fanned out and vast.



No comments: