Vader
De dingen die voorbij zijn, blijven rustig verder leven,
sereen, omdat ze niet meer zo acuut
en niet meer slechts zo heel heel even
moeten gebeuren van minuut tot minuut.
Zo ging mijn vader, sinds hij stierf
ook in mijn dromen al en paar keer dood, maar trager,
er niet de tijd voor nemend, maar een eeuwigheid,
en leeft hij toch nog verder, verder en wat vager.
Hij zegt niets meer, hij is een sfeer, mijn vader,
met ouwe woorden, het woord 'altegader',
het woord 'gelaat' en 'schoot' (van ons gezin) en 'schoon';
Zo rustig wil ik ook wel sterven, een keer of zes, zeven
in de dromen van mijn zoon,
tot ik gewoon blijf leven.
Father
The things that now are past just go on quietly living,
serenely, since they now no longer need
be so acute or at this very
very minute in the way that they proceed.
And so my father after death
died several times too in my dreams, though staidly
not taking the due time but an eternity
and living on yet further, further though more vaguely.
He speaks no more, he is a sphere, my father,
with old-time words, such words as ‘altogether’
and ‘countenance’ and ‘bosom’ (family) and ‘shun’;
I’d do my dying six or seven times without misgiving
in the dreams had by my son
until I simply go on living.
No comments:
Post a Comment