Monday, 28 August 2023

Marc Tritsmans: 'Watermuziek'



watermuziek

 

I

 

werd je voortdurend bedreigd, belaagd

vernederd, bleef er binnen je kaalgeschraapte

rechtgetrokken oevers geen enkel verlangen

bestonden meanders nog slechts in dromen

 

haakten je vaste bezoekers één na één af

zo nam je in stilte afscheid van ijsvogel

en stekelbaars, vertrok de laatste blauwe

reiger met de noorderzon, bleven ten

 

slotte zelfs die stomme eenden weg

 

 

II

 

besmeurd, vertrappeld, weggemoffeld

de keel ten slotte dichtgeknepen lag je

op apegapen ware het niet dat het

nauwelijks nog als water herkenbare

 

jou helemaal niet wilde, niet eens kon

verlaten en met hondse trouw je

verschrompelde, lusteloze bedding

op de tast en zelfs in het donkerste

 

donker nog altijd zocht en vond

 

 

III

 

toen ik je leerde kennen was je het

noorden in het zuiden kwijt, wat nog

door je stroomde was geen water meer

maar een herinnering, kon ik het zachte

 

schuren van je adem horen, het kreunen

het smeken om genade, verlos me van

dit kwade, neen, verlos me kort en krachtig

helemaal maar zag ik toch nog iets van

 

leven blinken in je doodvermoeide loop

 

 

IV

 

vonden we ten slotte, eerst omzichtig

fluisterend, de woorden die we allebei

konden verstaan, begonnen we, tegen

beter weten in, toch weer te geloven

 

dat dit doodtij kon worden gekeerd

med eindeloos geduld werden planted, dieren

mensen omgepraat tot water zijn vergeten

glans hervond en het nieuws in vogel- en

 

in vissentaal verspreid werd op de wind

 

 

V

 

sindsdien bloedbroeders, onze wegen

onafscheidelijk, stroomt nu al jouw

water door mij heen, op de voet volg ik

je kleur, ruik je geur, tel je zegeningen

 

aan wat aarzelend is teruggekeerd: de

stekelbaars, de reiger, de ijsvogel

vaak ontmoeten wij elkaar hier met zijn

allen en stilzwijgende weten we: dit is

 

de plek waar we uiteindelijk zullen blijven

 

 

Deze reeks werd geschreven naar aanleiding van de ecologische herinrichting van een waterloop

 

 

 

water music

 

I

 

constantly threatened, besieged,

humiliated, within your bare-scraped

ruler-straight banks no single desire remained

meanders now only existed in dreams

 

your regular visitors dropped away one by one

so you silently bade farewell to kingfisher

and stickleback, the last blue heron took its

leave with the northern sun, and finally

 

even the stupid ducks stayed away

 

 

II

 

smeared, stamped on, stashed away

your throat finally squeezed tight you were

at your last gasp had it not been that what

was scarcely still recognisable as

 

water absolutely did not want to

could not even leave you and with

doglike trust even in the darkest darkness

gropingly still sought and found

 

your shrivelled-up, listless stream bed

 

 

III

 

when I got to know you you didn’t 

know north from south, what still

flowed through you was no longer water

but a memory, I could hear the soft

 

chafing of your breathing, the moaning

the begging for mercy, deliver me from

this evil, no, just deliver me simply and 

clearly, but even so I could still sense some

 

life glinting in your quite exhausted course

 

 

IV

 

when finally, cautiously whispering

at first, we found the words we both

could understand, we started, against

our better judgment, to believe once more

 

that this dead tide could be turned around

with endless patience plants, animals

humans were persuaded till water refound its

forgotten gleam and the news in language known

 

to birds and fish was spread upon the wind

 

 

V

 

since then blood brothers, our paths

inseparable, now all your water flows

through me, on foot I follow your colour

smell your scent, count your blessings

 

on all that hesitantly has returned: the

stickleback, the heron, the kingfisher

often we meet each other here all of us

together and silently we know: this is

 

the place where eventually we will stay

 

 

This series was written on the occasion of the ecological restoration of a watercourse

 

No comments: