De god in mijn hersenen
Toen ik al bijna ontwaakt was herinnerde ik mij
dat ik die nacht in het verleden had geleefd
en zonder de geringste verbazing weer
geloofd had dat God bestond–
ik wilde hem eindelijk wel eens spreken
het is een bijzonder aardige man zei iemand
je kunt hem gerust eens bellen
ik belde en er klonk een stem, een heel lieve stem
zodat ik mij een lieve gevleugelde vrouw voorstelde
zoals je wel ziet op felicitatiekaarten–
wilt u god, werd er gezegd, toets dan één
wilt u god niet, toets dan niet
ik toetste één
en dezelfde gevleugelde vrouw zei: er is nog
één wachtende voor u en die ene bent u–
ik herinnerde mij dat ik hier eindeloos over
moest nadenken tot ik ontwaakte en God weer
was verdwenen, ergens in mijn hersenen
The god inside my brain
When I was already nearly awake I remembered
that I had been living in the past during the night
and without the slightest surprise had once more
believed that God existed –
I felt it was really was high time I spoke to him
he is an exceptionally nice man someone said
you can feel free to just give him a call
I called him and heard a voice, a really nice voice
like that I imagined of a nice winged woman
the sort you often see on congratulation cards –
if you wish to speak to god, a voice said, press one
if you do not wish to speak to god, do not press
I pressed one
and the same winged woman said: there is
one person in front of you in the queue and that is you –
I remembered that I had to think about this
endlessly when I woke up and God had once
more disappeared, somewhere inside my brain
No comments:
Post a Comment