De lof der gekken
De wereld kan niet zonder gekken.
De gekken zijn de kurk van het bestaan.
De gekken kunnen prachtig God playbacken —
Ze dansen als een gek op de vulkaan.
Je ziet ze driftig op glad ijs jongleren,
Geblinddoekt liefst. Ze durven alles aan:
Een gek nadoen, de duivel imiteren —
Je mond blijft van verbazing openstaan.
Ze lappen alle wijsheid aan hun laars.
Ze slepen kogels aan en traliehekken.
De gekken zijn de beste huichelaars.
Van alle gekken die ik om mij zie
Ben ik het meest verzot op gekken die
Beweren niet verzot te zijn op gekken.
(uit: Lof der Zotheid 2001 in gedichten, Amsterdam, 2001)
The praise of fools
The world cannot get by without its fools.
Fools are the ballast that keeps life afloat.
Fools are star singers on God’s playback spools –
They romp round the volcano’s molten moat.
You see them madly juggling on thin ice,
By choice blindfolded. Everything they dare:
To ape a fool’s to mock a devil twice –
You mouth hangs open, you just stand and stare.
All kinds of wisdom they just simply flout.
Bullets and railings they must drag around.
Fools are the hypocrites that most astound.
Of all the fools that round me I perceive
I’m maddest about fools that would deceive
By claiming fools they aren’t that mad about.
No comments:
Post a Comment