Uitzicht
Gij waart een kind, dat nachten wakker lag,
Een knaap, die ziek ging aan zijn eerste droomen,
Een jongeling, wiens drang was: elken dag
Gloeien als vuur en als wild water stroomen.
En nu? Een man staart zonder woord of zucht
Naar 't hooploos uit zicht van zijn laatre dagen:
Een kersen zon, die smelt – een najaarslucht –
Een middagzee, die in den mist vervagen.
Prospect
You were a child that lay awake at night,
A lad that fell sick from each early dream,
A youth whose urge was: every day as bright
As fire to gleam and as wild waters stream.
And now? A man stares without word and sigh
At the bleak prospect of his later days:
A cherry sun that melts – an autumn sky –
A midday sea that fade out in the haze.
No comments:
Post a Comment