De Gelatene
Ik open het raam en laat het najaar binnen,
Het onuitsprekelijke, het van weleer
En van altijd. Als ik één ding begeer
Is het: dit tot het laatst beminnen.
Er was in dit leven niet heel veel te winnen.
Het deert mij niet meer. Heen is elk verweer,
Als men zich op het wereldoude zeer
Van de miljarden voor ons gaat bezinnen.
Jeugd is onrustig zijn en een verdwaasd
Hunkren naar onvergankelijke beminden,
En eenzaamheid is dan gemis en pijn.
Dat is voorbij, zoals het leven haast.
Maar in alleen zijn is nu rust te vinden.
En dan: ’t had zoveel erger kunnen zijn.
The stoic
The window open, I give autumn passage -
The inexpressible, that as of old
And still the same. My one desire, all told,
Is this: to always love its message.
This life held little to be won in store.
It does not matter now. Defence is vain
If one considers all the world-old pain
Of countless billions who have gone before.
Youth is all restlessness and a bemused
Yearning to have loved ones time can’t best -
And loneliness is then a source of loss, a curse.
All that is past, and life is almost used.
In solitude the heart can now find rest.
And then: one’s life could well have been much worse.
No comments:
Post a Comment