De linker van Fouquet
Een vrouw is zowel dicht als open in het midden.
Verwarrend, en een heel verschil met ons:
een tweede mond, wij slechts een elfde vinger.
Met borsten had ik meer; kon ik wat mee.
Ik wist: in Antwerpen, daar hangt een hele mooie,
en plein public, een linker, maar in volle glorie.
Ze hoorde toe aan de Madonna van Fouquet,
die met die rode cherubijnen om haar heen,
de maagd Maria voedt het Jezuskind ermee.
Om me daaraan te gaan vergapen fietste ik
zo'n honderddertig kilometer heen en terug
door polders, bossen, Noorderkempenland
en kreeg voor straf seffens een lekke band.
Maar 's avonds hing ze in mijn knapenhol
er prachtig bij: gul, rond en vol en bol.
Fouquet’s left one
A woman is both closed and open in the middle.
Confusing, and quite different from us:
a second mouth, we have just an eleventh finger.
Breasts I felt offered more; were more my line.
I knew: in Antwerp, there hangs quite a beauty,
for all to see, a left one, but in all its glory.
It belonged to the Madonna by Fouquet,
flanked by all those wingèd deep-red cherubs,
the Virgin Mary feeding the Christ child with it.
To get a chance to gawp at it, I cycled
roughly eighty miles to get both there and back
through polders, woods of Noorderkempenland
with a prompt puncture as my punishment.
That evening though it hung too in my boyhood lair
in splendour: a round and bounteous, full and perfect sphere.
Translated in collaboration with Albert Hagenaars
Poetic Synapses 5
No comments:
Post a Comment