DE TOREN VAN SNELSON
Vogels bouwen hier niet hun nest, geen wijzer-
Plaat verraadt het uur en de haan kraait niet daar
Boven. Dakloos. Dus onbewoonbaar deze
Toren van Snelson.
Staven. Staaldraad. Open voor wind. Doorzichtig
Puur ding. Op papier met het stift ontworpen
Denkbeeld eerst; nu zonder de maker staande
Tussen de bomen.
Maar skelet. Fossiel van bewoning. Denken
Delft uit de materie gemis en bouwsel
Is om holtes heen het begrijpen. Kunst houdt
Onbegrip open
Echter. Daarom. Nog draagt de aarde, nog is
Hemel leerbaar woord. Als een harp voor wind, voor
Suizen van een zachtere koelte. Want het
Gaat om de gaten.
En: de bomen. Niet uit een brein geboren
Vreemdelingen, onvergelijkbaar met wie
Doet alsof hij weet wie hij is en woont. Maar
Blijft onbegrepen.
THE SNELSON NEEDLE TOWER
Birds do not build their nests here, no dial
Betrays the hour and the cock does not crow
Up above. Roofless. Thus uninhabitable this
Snelson needle tower.
Rods. Steel wire. Open to the wind. A see-through
Pure thing. Conceived on paper with a marker
A notion first; now standing without its maker
Among the trees.
But a skeleton. A fossil of habitation. Thought
Quarries lack out of matter and structure
grasps round the cavities. Art holds
ungraspability open.
Even so. For that reason. The earth still bears, the sky’s
still a learnable word. As a harp is for wind, for
The whooshing of gentler coolness. For it’s
all got to do with the holes.
And: the trees. Not conceived by a brain
Strangers, incomparable with the one who
Acts as if he knows who he is and dwells. But
remains ungrasped.
No comments:
Post a Comment