Afscheid
Goudstof van vlinderwieken,
welhaast is het vergaan;
der vogelen zoet muzieken,
welhaast is het gedaan.
En in de vruchten slaapt het zaad.
Toon mij nog ééns uw schoon gelaat,
éér straks in ’t graan de maaiers staan,
éér nachts de vogels over gaan,
– o zomer éér gij gaat.
Departure
The butterfly-wings’ gold dust
is almost wholly gone;
the birds’ sweet joyous song-lust
is almost spent and done.
Sleep will for seeds in fruit stand guard.
May I once more your face regard,
ere in the corn the reapers stand,
ere birds at night seek distant lands,
– o summer ere you part.
No comments:
Post a Comment