Leopold
Adelaar was hij tot de laatste strofe,
toppen òverzwevende waar geen sterveling
ooit genaakt, of naar de verlaten horstplaats
statig weer dalend.
Onverschrokken kantelend langs ravijnen,
vochtomvlaagd door daverend levend water,
schrijvende zijn vederenschaduw daar waar
eeuwige sneeuw ligt.
God zij lof om dit nimmer aangerande
trots vermogen, dat zóveel barre winters
heeft getart en de sterke vleugels wette:
Trots ongebroken.
Leopold
Till his last stanza he remained an eagle,
soaring high above summits no mortal had
ever reached, or regally gliding down to
his lonesome eyrie.
Fearlessly tilting along canyon edges,
sprayed by flurries of thundering live water,
writing his feathery shadow there where the
eternal snow lies.
God be praised for this never emulated
and proud capacity, that so many harsh
winters has defied and mighty wings whetted:
Pride still unbroken.
No comments:
Post a Comment