Het egeltje
De egel komt in ’t eendere schemeruur
schuifelen langs de plavuizen van de schuur.
De ademsporen van zijn spitse snuit
gaan op de kille stenen aan en uit
omtrent de stille mens, die met geduld
zijn schuwheid went en de aarden schotel vult
en wacht, totdat een kleine ruige hand
zich tastend vastgrijpt aan de schotelrand.
Dan drinkt het dier. Even, als in verstaan,
zien twee bevredigden elkander aan.
The little squirrel
The squirrel always comes with shuffling tread
at dusk across the paved floor of the shed.
The sniffing nostrils of its pointed snout
over the cold stone tiles move in and out
around the silent one whose patience lifts
its shyness and who fills the earthen dish
and waits until a tiny hand, rough-skinned,
grasps tentatively at the dish’s rim.
And then it drinks. Briefly, as if minds meet,
the two, both satisfied, observe and greet.
No comments:
Post a Comment