Archaische grafsteen
In het verscholen thijmdal,
domein der honingbijen,
de dodensteen, de stèlè.
‘Mêtoon wijdt deze grafsteen
aan zijn verkoren Aktè,
de Moeder zijner zonen
die stierf, oud twintig jaren.
Zij heeft het brood gebakken,
zij heeft de wol gesponnen,
het huis in stand gehouden.’
De wind beweegt, de bijen
zoemen de stilte stiller;
zij arbeiden, zij fluisteren:
‘het huis in stand gehouden,
het huis in stand gehouden.’
Archaic gravestone
In the concealed thyme valley,
the honeybees’ dominion,
the headstone, called the stèlè.
‘Mêtoon has raised this gravestone
to his most cherished Aktè,
mother of his male children,
who died when only twenty.
Of bread she was the baker,
of wool she was the spinner,
and kept the house in order.’
The wind moves, bees are humming
the stillness even stiller;
are at their work, are whispering:
‘and kept the house in order,
and kept the house in order.’
No comments:
Post a Comment