I. De gestorvene
Hier rust, met stof gevuld den mond,
zij, die mij heeft gedragen;
zij, die mij naar het leven stond
in al mijn levens dagen.
En nu haar lichaam moet vergaan
nu is zij in mij opgestaan.
-Ik kan haar niet verslaan.–
II. Tegenstem
Gij zijt uit haar: aanzie de steen:
de nàmen zelfs hebt gij gemeen.
Aanvaard uw deel. – Ik zie u aan.
Tot zij in vree zal slapen gaan.
Tot gij in vrede hier zult staan.
The deceased
Here rests, her mouth now full of earth,
she who it was once bore me;
she who forever since my birth
has sought but to destroy me.
And now her body must decay
In me she’s now returned to stay.
– And her I cannot slay. –
II. Dissident voice
You are of her: regard the stone:
The very names both of you own.
Accept your part. – I gaze on you.
Till she in peace will sleep anew.
Till you in peace will stand here too.
No comments:
Post a Comment